Kung fu is een Chinese vechtkunst die lang door monniken in het klooster beoefend werd. Het is een vechtkunst met veel variatie en diverse stijlen, welke zich bijvoorbeeld uitbeelden in de 9 dierenstijlen, zoals de draak, tijger, slang en bidsprinkhaan. Als de leerling de basis aardig goed onder de knie heeft gaat deze verder met de wapentrainingen. Maar kung fu is meer dan alleen vechten; het gaat er ook om dat je menselijk blijft.
Chang Ho betekent “lange rivier”. De rivier die zijn oorsprong vindt in de bergen en door een paar druppels smeltwater uitgroeit tot een rivier. Het vindt altijd de juiste weg en als het eenmaal groot is, is het niet meer te stoppen. Deze rivier overbrugt een grote afstand voordat het in de zee uitmondt. Een groot gebied in de omgeving van de rivier profiteert hiervan. Dit is de filosofische gedachte achter Chang Ho. In de praktijk wil kung fu school Chang Ho vooral dat de leerling zich kan ontwikkelen en zich niet belemmerd voelt in dit proces. Hij of zij leert om de juiste keuzes te maken en zichzelf te blijven.
Naast het individuele aspect is ook een gedeelte in de les waar je als groep traint. Teamwork en teamspirit krijgen hierbij de aandacht. “Samenwerken” is hierbij het sleutelwoord. Het draagt ertoe bij dat je als groep en als persoon steeds sterker wordt.
Naast het vechtaspect is er ook aandacht voor:
* Zelfvertrouwen
* Persoonlijke ontwikkeling
* Grenzen proberen te verleggen
* Weerbaarheidstraining
* Oosterse filosofie
* Rust in jezelf
* Teamwork